“Hij is te lief voor me”. Herken je die uitspraak? Twee weken terug kletste ik wat bij met een vriendin die vertelde dat ze weer aan het daten is, na een behoorlijke tijd single te zijn geweest. Ik vroeg haar hoe ze het ervaarde. Één zin bekleef extra. Ze zei: “Als ‘ie vier keer achter elkaar heeft gezegd dat ‘ie me mooi vindt heb ik er wel even genoeg van”. Deze uitspraak bleef niet voor niets plakken. Het is zo herkenbaar. Het benauwde gevoel als een man écht liefde en warmte geeft, zorgzaam is, me bewondert en waardeert. Ik kreeg het ook simpelweg niet voor elkaar vlinders te laten vliegen voor zo’n man. “Hij was te lief voor me. Ik had een man nodig die weerstand biedt. De me laat jagen.” En nog meer van die blabla. Het mooie is dat mijn verstand wel wist dat ik in die gevallen een mister perfect aan me voorbij liet gaan. Dat mijn ouders zich geen betere schoonzoon konden wensen. Maar ik kón het gewoon niet. Ik kreeg er eenvoudigweg de kriebels van. En dus niet de kriebels van verliefdheid.
Herken je ‘t? De ‘foute’ man. Die was interessant voor me. Daar ging mijn hart sneller van kloppen. Daarvoor trok ik alles uit de kast. Die achtervolgde ik overal waar hij ging. Gaf ik cadeautjes om te vertellen hoe gek ik op ‘m was. Stuurde ik eindeloze berichten waarin ik, empatisch als ik ben, vertelde dat ik echt wel begreep waarom hij me niet altijd even respectvol benaderde om tegelijkertijd ook een heel klein beetje erkenning en liefde los te peuteren. Ik regelde dagjes en weekendjes weg. Ik trakteerde altijd als ‘ie geen geld meende te hebben. Ik paste me keer op keer aan aan zijn agenda. Om ‘m zoveel mogelijk te zien. Altijd in een soort stand-by modus. Beschikbaar voor het geval dat. En ondertussen leek het nooit goed genoeg te zijn. Weinig kwam ervoor terug. Ik deed het met de kruimels. Incasseerde allerlei respectloze acties en teksten. En in plaats van me te onttrekken aan deze dans tussen twee gewonde mensen haalde ik nog meer aan. Want op één of andere manier ging het vuur alleen maar harder branden van deze figuren. Ik maakte mezelf wijs dat ik nu eenmaal viel op ‘foute’ mannen.
Totdat ik aan mijn reis naar binnen begon. Ik confronteerde mezelf met dit patroon van het aantrekken van (emotioneel) onbeschikbare mannen. Ik realiseerde me dat het onder andere te maken had met vroeger. Met een papa die er niet altijd voor me kon zijn. Ik leerde genoegen nemen met minder. Mezelf op een andere prioriteit te zetten. Door de jaren heen leerde ik mezelf ook aan om meer te geven dan te ontvangen. Want zorgen voor een ander is zo fijn. Ja, dat is het. Alleen vond en vind ik het nog altijd heel moeilijk om me ook te láten verzorgen. Ontvangen, in welke zin dan ook, maakt me nog altijd bij tijd en wijlen heel benauwd. Om maar aan te geven hoe sterk dat overlevingsmechanisme is geworden. Altijd geleerd om sterk, zelfstandig en onafhankelijk te zijn. Een modus die me ook heel ver heeft gebracht. Nu was het tijd om in te zien dat het mechanisme niet meer dienend is. Simpelweg omdat ik mezelf tekort doe. Het begon als een reis van het hoofd. Alles wat ik erover leerde en las in boeken of op internet made sense to me. De stukjes vielen in elkaar. Ik wíst hoe het zat, waar het zijn oorsprong vond. Alleen vóelde ik het nog niet. Want ook tijdens deze reis trok ik nog altijd ‘foute’ figuren aan. Niet omdat ik ze bewust uitkoos. Nee, onbewust trok ik ze aan als een magneet. En laat me duidelijk zijn. Foute mannen bestaan niet. Net zo min er foute vrouwen bestaan. Er bestaan slechts gewonde mensen. En in het geval twee gewonde mensen elkaars pad kruisen krijg je onvermijdelijk een dans, een heen-en-weer. Omdat de verlatingsangst van de een de bindingsangst van de ander triggert. In mijn geval was ik de helft met verlatingsangst. Ik hield niet genoeg van mezelf, ik vond mezelf schijnbaar niet goed genoeg om meer liefde te ontvangen. En nu ik mezelf erop betrap het woord ‘schijnbaar’ te gebruiken, geeft dat maar aan dat ik het nog altijd niet volledig erken en omarm. Het is was ze noemen kindpijn. En het helen ervan is een intens en soms lang proces.
Tóch is er iets aan het shiften, aan het transformeren. Zoals ik al zei: met mijn hoofd kon ik het allemaal beredeneren maar ik doorvoelde het niet. Immers, je kan jezelf niet verliefd praten op een ander soort man. Het enige dat werkt is een transformatie van mijn energie, mijn frequentie als het op dit onderwerp aan komt. En zoals niets zonder reden gebeurt en het leven mij blijft verrassen ontdek ik mezelf nu plots in een avontuur met iemand. Een iemand die me verzorgt zoals ik nooit verzorgd ben, die de deur van de auto voor me open houdt, die vier keer achter elkaar zegt dat ik mooi ben en die me op de camping chocoladekoeken van de bakker en champagne voert als ontbijt. “Because a real gentleman never travels without champagne”, he said.